temperatuurt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tem·pe·ra·tuurt

Werkwoord

vervoeging van
temperaturen

temperatuurt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van temperaturen
    • Jij temperatuurt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van temperaturen
    • Hij temperatuurt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van temperaturen
    • Temperatuurt!