telt
Uiterlijk
- telt
vervoeging van |
---|
tellen |
telt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tellen
- Jij telt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tellen
- Hij telt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tellen
- Telt!
- ▸ "Op mijn leeftijd telt nog maar één ding: peace of mind", zei Buikhuisen over de verzoening. "Carel Stolker heeft mij die peace of mind gegeven." Stolker zelf zei te hopen dat de universiteit en de faculteit in de toekomst bij controversieel onderzoek de rug recht houden.[1]
- Het woord telt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑
Weblink bron “Criminoloog Wouter Buikhuisen (91) overleden” (10 mei 2025), NOS