taskforce
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- task·force
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | taskforce | taskforces |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de taskforce m
- een groep die één bepaalde taak heeft
- Minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo richtte eerder al een speciale taskforce op om de 'onverklaarde gezondheidsincidenten' te onderzoeken. [1]
- De autoriteiten hebben ongeveer 2500 mensen geëvacueerd sinds het begin van de vulkaanuitbarsting, ruim een maand geleden. De autoriteiten roepen een taskforce in het leven die een herstelplan moet opstellen voor de zwaar getroffen gemeenschappen, maakten Kim en gouverneur David Ige bekend. [2]
- gevechtsgroep in het leger
- Tuinman ontving met de ridderslag, een klap van de koning op zijn schouder, de hoogste dapperheidsonderscheiding wegens zijn meervoudig ploegoptreden voor Taskforce 55 in 2009 voor zijn getoonde leiderschap in Afghanistan. [3]
Synoniemen
- [1] projectgroep
- [2] gevechtsgroep
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord taskforce staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "taskforce" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Tubantia 22-06-18 Opnieuw mysterieuze ziekte vastgesteld bij Amerikaanse diplomaat op Cuba
- ↑ Tubantia 08-06-18 Uitbarsting Kïlaeua vaagt honderden huizen weg
- ↑ Tubantia Jan Hoedeman 14-06-18 Nooit meer blauwbekken voor de Willemsorde
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be