tank vol
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tank vol
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voltanken |
tank (...) vol
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voltanken
- Ik tank vol.
- gebiedende wijs van voltanken
- Tank vol!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voltanken
- Tank je vol?
Gangbaarheid
- Het woord tank vol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.