tamari
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ta·ma·ri
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Japans [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tamari | tamari's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (voeding) pittige zoute sojasaus
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord tamari staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tamari" herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ tamari op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be