sycomoor
Uiterlijk
- sy·co·moor
- uit het Latijn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sycomoor | sycomoren |
verkleinwoord |
de sycomoor m
- Ficus sycomorus wilde vijgenboom
- ▸ Teylers kocht onlangs ook De put en de oude sycomoor op het Ezbekiëhplein te Caïro van Willem de Famars Testas (1834-1896) aan.[2]
- hout van de vijgenboom
- Het woord 'sycomoor' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sycomoor" herkend door:
19 % | van de Nederlanders; |
23 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ sycomoor op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron JUST FONTEIN“Teylers Museum koopt werken uit 19de eeuw” (13 maart 2012), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be