swipi
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- swi·pi
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Surinaams - Nederlands [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | swipi | swipi's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
swipi
- (reptielen) Leptophis ahaetulla Oxybelis aeneus Lygophis lineatus naam van enkele lange dunne slangen
Synoniemen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord swipi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.