sweep
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sweep
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels (sweep)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sweep | sweeps |
verkleinwoord | sweepje | sweepjes |
Zelfstandig naamwoord
- op een radarbeeld de lijn die rondjes draait waarbij de positie en andere gegevens op het beeld ververst worden.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.