Naar inhoud springen

svanger

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: svänger
[1]: En svanger kvinne
Een zwangere vrouw
  • svan·ger
  • Afkomstig van het Duitse woord schwanger, dat uit het Nederduits komt
Naar frequentie 209797
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud svanger - -
o enkelvoud svanger
meervoud svangre
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
svangre - -

svanger

  1. (medisch) zwanger
    «En svanger kvinne bør ikke drikke alkohol.»
    Een zwangere vrouw mag geen alcohol drinken.
  2. (figuurlijk) vol zitten voor
    «Jeg går svanger med planer om drivhus.»
    Ik zit vol ideeën voor een kas.


  • svan·ger
  • Afkomstig van het Duitse woord schwanger, dat uit het Nederduits komt
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud svanger - -
o enkelvoud svanger
meervoud svangere
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
svangere - -

svanger

  1. (medisch) zwanger
    «Ein mann i 20-åra er sikta for valdtekt av ei svanger kvinne.»
    Een man tussen de twintig en dertig jaar wordt beschuldigd wegens verkrachting van een zwangere vrouw.
  2. (figuurlijk) vol zitten voor
    «Jeg går svanger med ein plan om ein lengre tur frå Noreg til Finland.»
    Ik zit vol plannen voor een lange reis vanuit Noorwegen naar Finland.