sushietjes
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sushietjes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsuʃicəs / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- su·shi·tjes
Woordherkomst en -opbouw
- sushietje met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de sushietjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord sushi
- ▸ In het begin vlogen er nogal wat sushietjes over tafel door het geklungel met de stokjes, maar toen we uitgelachen waren hebben we beleefd om gewoon bestek gevraagd en toen ging het een stuk beter.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'sushietjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Zolang er leven is: het nieuwe geheime dagboek van Hendrik Groen, 85 jaar” (2016), Meulenhoff Boekerij B.V., Amsterdam, ISBN 9789402305272, hfst. Zaterdag 18 april