suizebollen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: suizebollen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sui·ze·bol·len
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
suizebollen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
suizebollen |
suizebolde |
gesuizebold |
zwak -d | volledig |
- iemand duizelig of verward maken
- ▸ Ook andere commissieleden zaten te suizebollen, maar Bienkowska wist van geen ophouden.[3]
- ▸ De rechter doet een uitspraak die je doet suizebollen. Volgens de rechter heeft de gemeente het winkelgebied weliswaar ten onrechte als toeristisch aangewezen en daarmee de Winkeltijdenwet overtreden, maar betekent dit niet dat winkeliers in Alexandrium nu verplicht zijn hun winkels op zondag gesloten te houden.[4]
- knikkebollen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord suizebollen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "suizebollen" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ suizebollen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Frans Boogaard“Brussel vraagt hulp regeringsleiders in autoschandaal” (10-02-2017), Tubantia
- ↑ Weblink bron Peter Schalk“Recht is krom” (tekst Pete), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 63 %
- Prevalentie Vlaanderen 52 %