struisvogelpolitiek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • struis·vo·gel·po·li·tiek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord struisvogelpolitiek -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de struisvogelpolitiekv

  1. (politiek) handelwijze waarbij men het gevaar niet onder ogen wil zien. De uitdrukking berust op het onterechte geloof dat struisvogels hun kop in het zand steken als ze zich bedreigd voelen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen