stockcar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stock·car
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stockcar | stockcars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de stockcar m
- een raceauto die speciaal gebouwd is voor de Stockcar Formule 1
- ▸ Tijdens races van de stockcar F1 op het racecircuit van Ysselsteyn bij Venray is vanmiddag een coureur ernstig gewond geraakt. Hij is per traumahelikopter naar het Radboud-ziekenhuis in Nijmegen gebracht. Dat maakte een woordvoerster van de organisatie bekend. Het ongeval gebeurde rond 16.15 uur tijdens de stockcarraces voor het World Cup Weekend, waarbij in zelfgebouwde auto's wordt geracet.[2]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord stockcar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stockcar" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ stockcar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Coureur ernstig gewond tijdens race op circuit Venray” (17-08-2014), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be