stimuleert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stimuleert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sti·mu·leert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stimuleren |
stimuleert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stimuleren
- Jij stimuleert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stimuleren
- Hij stimuleert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van stimuleren
- Stimuleert!