stemde weg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stem·de weg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wegstemmen

stemde weg

  1. enkelvoud verleden tijd van wegstemmen
    • Ik stemde weg. 
    • Jij stemde weg. 
    • Hij, zij, het stemde weg. 


Gangbaarheid