stammere
Deens
Woordafbreking
- stam·me·re
Zelfstandig naamwoord
stammere, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van stammer
Noors
Woordafbreking
- stam·me·re
Naar frequentie | > 50000 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
- onbepaalde en bepaalde vorm van de vergrotende trap van stam