spoorde na

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spoor·de na
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
nasporen

spoorde na

  1. enkelvoud verleden tijd van nasporen
    • Ik spoorde na. 
    • Jij spoorde na. 
    • Hij, zij, het spoorde na. 


Gangbaarheid