sponnen uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sponnen uit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- spon·nen uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitspinnen |
sponnen (...) uit
- meervoud verleden tijd van uitspinnen
- Wij sponnen uit.
- Jullie sponnen uit.
- Zij sponnen uit.
- Wij sponnen uit.