spoelt om

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spoelt om
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omspoelen

spoelt (...) om

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspoelen
    • Jij spoelt om. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspoelen
    • Hij spoelt om. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omspoelen
    • Spoelt om!