sper op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sper op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opsperren

sper (...) op

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsperren
    • Ik sper op. 
  2. gebiedende wijs van opsperren
    • Sper op! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsperren
    • Sper je op? 

Gangbaarheid