spelevaart

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spe·le·vaart

Werkwoord

vervoeging van
spelevaren

spelevaart

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spelevaren
    • Jij spelevaart. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spelevaren
    • Hij spelevaart. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van spelevaren
    • Spelevaart! 

Gangbaarheid

61 % van de Nederlanders;
53 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be