spatten op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spat·ten op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opspatten

spatten op

  1. meervoud tegenwoordige tijd van opspatten
vervoeging van
opspatten

spatten op

  1. meervoud verleden tijd van opspatten
    • Wij spatten op. 
    • Jullie spatten op. 
    • Zij spatten op. 


Gangbaarheid