soundmixt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sound·mixt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
soundmixen |
soundmixt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van soundmixen
- Jij soundmixt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van soundmixen
- Hij soundmixt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van soundmixen
- Soundmixt!