sorbet
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sor·bet
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ijsdrank’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sorbet | sorbets |
verkleinwoord | sorbetje | sorbetjes |
Zelfstandig naamwoord
sorbet m
- een ijsgerecht waarbij allerlei vruchtensappen of siropen over fijngemalen ijs (bevroren water) worden gegoten
- Traditioneel wordt in de Franse keuken sorbet gegeten tussen het voorgerecht en het hoofdgerecht, om de smaak in de mond te neutraliseren; tegenwoordig echter ook daar veelal als nagerecht.
Gangbaarheid
- Het woord sorbet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "sorbet" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.