soldeert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sol·deert

Werkwoord

vervoeging van
solderen

soldeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van solderen
    • Jij soldeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van solderen
    • Hij soldeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van solderen
    • Soldeert!