smiley
Uiterlijk
- smi·ley
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘gezichtje gemaakt van leestekens en symbolen dat een gevoel uitdrukt’ voor het eerst aangetroffen in 1997 [1]
- uit het Engels [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | smiley | smileys |
verkleinwoord | smileytje | smileytjes |
de smiley m
- teken dat bestaat uit een dubbele punt, een horizontaal streepje en een haakje sluiten waardoor je kunt aangeven dat een tekst grappig bedoeld is
- Hoe vet moet een knipoog zijn om nog te worden opgemerkt? In de gaarkeukens van opiniërend Nederland wemelt het van onbegrepen ironie. Ik ben er de afgelopen tijd op gaan letten en heb wat treffende gevallen verzameld. Vooral op sociale media, waar de zinnen los van hun context als confetti worden uitgestrooid, overheerst de neiging alles letterlijk te nemen zolang er geen smiley bij staat.[3]
- Het woord smiley staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smiley" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "smiley" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ smiley op website: Etymologiebank.nl
- ↑ NRC Christiaan Weijts 4 november 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be