smiete

Uit WikiWoordenboek

Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /ˈsmiːtɐ/ (Etsbergs)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
smiete
smeet
gesmete
klasse 1 volledig

Werkwoord

smiete

  1. smijten
    «Smiet 't ef in g'm bakke.»
    Smijt het even in de prullenbak.
  2. gooien
    «Kieke v'r wie wied weer de bal kènne smiete
    Zullen we kijken hoe ver we de bal kunnen gooien?