smaakt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • smaakt

Werkwoord

vervoeging van
smaken

smaakt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smaken
    • Jij smaakt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smaken
    • Hij smaakt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van smaken
    • Smaakt!