slurpten af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: slurpten af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- slurp·ten af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afslurpen |
slurpten (...) af
- meervoud verleden tijd van afslurpen
- Wij slurpten af.
- Jullie slurpten af.
- Zij slurpten af.
- Wij slurpten af.
Gangbaarheid
- Het woord 'slurpten af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.