slorp op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slorp op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opslorpen |
slorp op
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opslorpen
- Ik slorp op.
- gebiedende wijs van opslorpen
- Slorp op!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opslorpen
- Slorp je op?
Gangbaarheid
- Het woord slorp op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.