slangenvanger
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slan·gen·van·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slangenvanger | slangenvangers |
verkleinwoord | slangenvangertje | slangenvangertjes |
Zelfstandig naamwoord
de slangenvanger m
- iemand die op slangen jaagt en waargenomen slangen onschadelijk maakt vaak zonder ze te doden
- ▸ Het gaat vermoedelijk om een python. Pythons zijn wurgslangen en hebben geen giftanden. Hun menu bestaat voornamelijk uit knaagdieren en andere zoogdieren, maar ze eten ook vogels en reptielen. Een slangenvanger heeft het dier uiteindelijk weggehaald bij de pinautomaat.[2]
- ▸ “Ik zag mijn vader vroeger in het veld allerlei slangen doden. Toen voelde ik al: dit is niet nodig. Ik wilde er meer over leren.” Zo begon Gandass als tiener in zijn eigen dorp als slangenvanger.[3]
- (havikachtigen) bepaald soort langpotige roofvogel uit Afrika, Sagittarius serpentarius , de enige levende vertegenwoordiger van de familie Sagitariidae
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'slangenvanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ slangenvanger op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Grote python wikkelt zich om pinautomaat in Australië” (30-11-2019), Tubantia
- ↑ Weblink bron Aletta André“In India ben je nooit veilig voor een slangenbeet” (14 augustus 2020), Het Parool
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Invoegsel -en- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Havikachtigen in het Nederlands
- Vogels in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal