sjakes
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sja·kes
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van Jakus een figuur uit de klucht van "Sinjoor Jakus Smul (1645)" [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sjakes | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
sjakes [2]
- zich sjakes houden: zich van de domme houden; zich stil houden; zich verborgen houden
Gangbaarheid
- Het woord 'sjakes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sjakes" herkend door:
17 % | van de Nederlanders; |
11 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ sjakes op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be