simchat
Nederlands
Uitspraak
- IPA: / sɪmˌxɑt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- sim·chat
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
de simchat v
- (Jiddisch-Hebreeuws) vreugde der (alleen in onderstaande verbindingen)
Schrijfwijzen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'simchat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.