siga

Uit WikiWoordenboek

Fijiaans

Zelfstandig naamwoord

siga

  1. dag


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
seguir

siga

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van seguir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van seguir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van seguir