settelden
Uiterlijk
- set·tel·den
vervoeging van |
---|
settelen |
settelden
- meervoud verleden tijd van settelen
- Wij settelden.
- Jullie settelden.
- Zij settelden.
- Wij settelden.
- Het woord settelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.