schulpen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schul·pen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘schelpvormig uitsnijden’ voor het eerst aangetroffen in 1860 [1]
- afgeleid van schulp met het achtervoegsel -en [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schulpen |
schulpte |
geschulpt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
- schelpvormig zagen
- zagen in de richting van de houtnerf
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord
de schulpen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord schulp
Gangbaarheid
- Het woord schulpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schulpen" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
- ↑ "schulpen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ schulpen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ schulpen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 83 %
- Prevalentie Vlaanderen 66 %