schrijf af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schrijf af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afschrijven

schrijf af

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschrijven
    • Ik schrijf af. 
  2. gebiedende wijs van afschrijven
    • Schrijf af! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschrijven
    • Schrijf je af? 


Gangbaarheid