Naar inhoud springen

schoten uit

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 20 jan 2018 om 12:52
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • scho·ten uit
vervoeging van
uitschieten

schoten uit

  1. meervoud verleden tijd van uitschieten
    • Wij schoten uit. 
    • Jullie schoten uit. 
    • Zij schoten uit.