schoten kapot

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scho·ten ka·pot
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
kapotschieten

schoten (...) kapot

  1. meervoud verleden tijd van kapotschieten
    • Wij schoten kapot. 
    • Jullie schoten kapot. 
    • Zij schoten kapot. 

Gangbaarheid