Naar inhoud springen

schonk uit

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 27 jun 2017 om 05:06 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *schonk uit {{-etym-}} *{{vorm-scheidbaar-w...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schonk uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitschenken

schonk (...) uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitschenken
    • Ik schonk uit. 
    • Jij schonk uit. 
    • Hij, zij, het schonk uit.