scharrelden aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schar·rel·den aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanscharrelen

scharrelden (...) aan

  1. meervoud verleden tijd van aanscharrelen
    • Wij scharrelden aan. 
    • Jullie scharrelden aan. 
    • Zij scharrelden aan. 

Gangbaarheid