scalperen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

man die als kind gescalpeerd werd
Uitspraak
Woordafbreking
  • scal·pe·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

scalperen [3]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
scalperen
scalpeerde
gescalpeerd
zwak -d volledig
  1. verwijderen van hoofdhuid en daarmee ook van het hoofdhaar, gebruik van Noord-Amerikaanse indianen tegenover vijanden, maar het kan ook door een ongeluk gebeuren
    • Dat de botten sporen van kannibalisme dragen, is geen nieuwe bewering, zo geven Silvia Bello en collega’s toe. Bello identificeerde de jongste zes jaar de resten van ten minste zes mensen uit de grot (een kleuter, twee tieners, twee volwassenen en een oudere), allemaal met sporen van het verwijderen van ledematen, scalpering en/of ontvlezing. De schedels werden bijgewerkt tot kommen. [4] 
    • De 12-jarige Elizabeth Gilreath spreekt voor het eerst over het ene moment waarop haar leven in een hel veranderde. Een jaar geleden liep ze een schedelbreuk op en werd ze gescalpeerd, nadat ze met haar paardenstaart verstrikt raakte in een draaiende kermisattractie in Omaha (Nebraska). ‘Mijn littekens bepalen niet wie ik ben.’ [5] 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen