salderen

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sal·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans

Werkwoord

salderen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
salderen
saldeerde
gesaldeerd
zwak -d volledig
  1. plussen en minnen tegen elkaar wegstrepen
     Inmiddels is gebleken dat die bedrijven mogen uitgaan van de gemiddelde uitstoot van ammoniak op hun terrein, intern salderen heet dat. Dit kan betekenen dat er voor bepaalde stallen geen voorzieningen nodig zijn."[2]
     Het zogenaamde salderen van fouten is volgens Van Buuren in strijd met de wet, tenzij het om kleinigheden gaat. Uit zijn onderzoek blijkt echter dat ook vaak belangrijke controleverschillen, die invloed hebben op het bedrijfsresultaat, worden genegeerd door de commissarissen.[3]
     'Los van de eventuele teruggave van btw op de aankoop, is het een lastig systeem voor particuliere bezitters van zonnepanelen, zeggen Niels Muller, belastingdeskundige op energiegebied en Trudy Perie, btw-specialist bij Loyens & Loeff. 'Nu heb je er met salderen geen omkijken naar.[4]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

49 % van de Nederlanders;
41 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Boeren voldoen nog niet aan eisen” (26-10-2007), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron “Commissarissen negeren fouten in jaarrekening” (20-04-2012), Tubantia
  4. Bronlink Weblink bron “Btw dreigt voor particulier met zonnestroom” (20-06-2013), Tubantia
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be