runt
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- runt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
runnen |
runt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van runnen
- Jij runt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van runnen
- Hij runt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van runnen
- Runt!