ruisend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rui·send

Werkwoord

vervoeging van: ruisen
verbogen vorm: ruisende

ruisend

  1. onvoltooid deelwoord van ruisen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ruisend ruisender ruisendst
verbogen ruisende ruisendere ruisendste
partitief ruisends ruisenders -

Bijvoeglijk naamwoord

ruisend

  1. van een geluidsweergave dat deze niet erg helder is
    • Een verwarde Pierre vertelde aan dj Sander de Heer, via een ruisende telefoonverbinding: 'Het gaat niet zo goed, sorry man ik kan er niets aan doen'. [1] 
  2. een zacht zoevend geluid makend
    • Binnen trekken de bruiden een voor een hun jurk aan. Jacky blijft jubelen over haar geliefde nichten in ruisende rokken van glimmend satijn. Leuk, mooi, gaaf, geweldig: ze kan niet genoeg benadrukken hoe ze hun pas-sessie waardeert. "Dit mag uren blijven duren." [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tubantia S. Borgdorff 5 oktober 2012 TV-kok Pierre Wind 'gat in zijn hoofd' na auto-ongeluk
  2. Tubantia H. Boex 11 januari 2017 Nichtjes maken droom terminaal zieke tante waar