ruisend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rui·send
Werkwoord
vervoeging van: | ruisen |
verbogen vorm: | ruisende |
ruisend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ruisend | ruisender | ruisendst |
verbogen | ruisende | ruisendere | ruisendste |
partitief | ruisends | ruisenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ruisend
- van een geluidsweergave dat deze niet erg helder is
- Een verwarde Pierre vertelde aan dj Sander de Heer, via een ruisende telefoonverbinding: 'Het gaat niet zo goed, sorry man ik kan er niets aan doen'. [1]
- een zacht zoevend geluid makend
- Binnen trekken de bruiden een voor een hun jurk aan. Jacky blijft jubelen over haar geliefde nichten in ruisende rokken van glimmend satijn. Leuk, mooi, gaaf, geweldig: ze kan niet genoeg benadrukken hoe ze hun pas-sessie waardeert. "Dit mag uren blijven duren." [2]
Synoniemen
- [2] ritselend
Gangbaarheid
- Het woord ruisend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Tubantia S. Borgdorff 5 oktober 2012 TV-kok Pierre Wind 'gat in zijn hoofd' na auto-ongeluk
- ↑ Tubantia H. Boex 11 januari 2017 Nichtjes maken droom terminaal zieke tante waar
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Onvoltooid deelwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal