ruimden uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ruimden uit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ruim·den uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitruimen |
ruimden (...) uit
- meervoud verleden tijd van uitruimen
- Wij ruimden uit.
- Jullie ruimden uit.
- Zij ruimden uit.
- Wij ruimden uit.
Gangbaarheid
- Het woord ruimden uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.