rosser
Uiterlijk
- ros·ser
rosser
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van ros
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rosser |
rossais |
rossé |
eerste groep | volledig |
rosser
rosser
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rosser |
rossais |
rossé |
eerste groep | volledig |
rosser