rioja

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ri·o·ja
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Spaans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord rioja rioja's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de riojav

  1. rode Spaanse wijn uit Baskenland
     Langzaam gegaarde rundernek van Wildhoeve Angus is het hoofdgerecht. Gegaard in zwarte knoflook en gelakt met eigen jus. Geserveerd met seizoensgroenten en een aardappelkrokantje. De stevige smaken vragen om een volle, ronde Ramon Bilbao Single Vineyard Rioja.[2]
     Op dag 4 vertrekt u naar de Riojastreek voor twee overnachtingen. Bezoek authentieke stadjes zoals Laguardia maar ook een wijnhuis met een proeverij van rioja-wijnen na afloop.[3]

Gangbaarheid

61 % van de Nederlanders;
43 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. rioja op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron “Lezersmenu juli 2018: Kosie Food & Drinks in Enschede” (01-07-2018), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron “Lezersreis: ontdek de smaak van Baskenland” (27 mei 2019), De Telegraaf
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be