rimpelig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rim·pe·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | rimpelig | rimpeliger | rimpeligst |
verbogen | rimpelige | rimpeligere | rimpeligste |
partitief | rimpeligs | rimpeligers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
rimpelig
- rimpels vertonend
- Een rimpelige huid.
Gangbaarheid
- Het woord rimpelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rimpelig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be