reserveert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·ser·veert

Werkwoord

vervoeging van
reserveren

reserveert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reserveren
    • Jij reserveert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reserveren
    • Hij reserveert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van reserveren
    • Reserveert!